Beheerd door de Koning Boudewijnstichting

Beter een dichte buur

Terug naar overzicht

Gemeenten zijn niet helderziend. Ze voelen niet zomaar of een inwoner hulp nodig heeft. Moorslede experimenteert daarom met zorgzame buren, die een brug zijn met professionele diensten, of met buren die een handje willen toesteken.

De Azalealaan in Dadizele, op een boogscheut van Park Mariënstede dat de groene long van deze West-Vlaamse gemeente is, telt veel hoogbejaarde inwoners die geen mantelzorgers in de buurt hebben. Allemaal kennen ze Roger Sinnesael. Als vrijwilliger van een buurtfeestproject tien jaar geleden is hij uitgegroeid tot een vertrouwenspersoon in de straat.

Toen de gemeente dus twee jaar geleden op zoek ging naar zorgzame buren, was Roger Sinnesael meteen van de partij. “Ik ben als een antenne voor de gemeente,” zegt hij. “Ik doe een babbeltje met de buren, ik luister. Ik vang signalen op van wat er gebeurt, van personen die hulp nodig hebben, die problemen hebben en maak ze dan over aan de gemeente.”

Schakel in de ketting
‘Zorgzame buren’ is een deelproject van ‘Minder mazen, meer net’, een driejarige pilot met praktijk- en beleidsontwikkeling voor zorgzame buurten. De koppeling tussen gemeente, welzijn en zorg in een Zorgzame Buurt, om noden tijdig te detecteren en er snel op in te spelen, gaat niet vanzelf. Een gemeente moet buurten en diensten daar op organiseren. De zorgzame buren zijn één schakel van die ketting.

Sofie De Cleer is bij de gemeente Moorslede, waarvan Dadizele een deelgemeente is, het aanspreekpunt voor Roger en de zestien andere zorgzame buren. Zij dispatcht hun signalen naar de diensten die ze moeten ontvangen en zij ondersteunt hen via intervisies. “Onze zorgzame buren kiezen zelf welke taken ze opnemen. Wij leggen niets op. Wij stellen geen voorwaarden. Wie wil helpen, mag.”

Uitgaan van eigen kracht
Wat ze doen, hangt af van waar hun kracht ligt. Je hebt de zorgzame buur die als steun van de buurt het aanspreekpunt is, die een babbeltje slaat, een boodschap doet, kleine probleempjes oplost. Je hebt de verbinder, die buurtfeesten organiseert, nieuwe buren verwelkomt en wegwijs maakt, buren met elkaar in contact brengt. “Een buur met een tuin die hij niet meer kan onderhouden, in contact brengen met een buur die dat wel wil doen bijvoorbeeld.”

Tot slot heb je de stem van de buurt, de zorgzame buur die problemen aankaart bij het gemeentebestuur of bij andere diensten, die signaleert wanneer er in de buurt een zitbank kapot is, een boom omgewaaid is of stoeptegels gevaarlijk scheef liggen. “Deze buren zijn voor de gemeente ook een kanaal om informatie tot bij de buurt te krijgen,” zegt De Cleer.

Beetje aandacht doet wonderen
En dan heb je Roger Sinnesael. Die doet ze gewoon alle drie. In zijn telefoon zitten de nummers van de kinderen van buurtbewoners die hij snel kan contacteren in geval van nood. “Dan zijn zij gerust en hun kinderen zijn dat ook.” Hij is opgenomen als contact voor hun personenalarm. Een lamp vervangen, batterijen weer in de afstandsbediening steken, de post uit de brievenbus halen als ze in het ziekenhuis verblijven, geen vraag is hem te veel.

“Ik heb zelf in nood gezeten, ik weet hoe tevreden je bent dat iemand zich dan spontaan aanbiedt,” zegt hij. Niet alleen het kleine helpen, ook een beetje aandacht maakt een verschil. Op zijn initiatief zijn wenskaartjes ontworpen en gemaakt door de bewoners van Mariënstede, een voorziening voor volwassenen met een handicap in de buurt. De kaartjes vallen in de bus bij een huwelijk, een geboorte, een verhuis of een overlijden.

Dorp zonder bakkers
“Mensen moeten vertrouwen in jou hebben voor ze over hun problemen beginnen,” zegt Roger. “Je kan daar niet zomaar binnenvallen. Je stelt je voor, je slaat een praatje, je legt de bedoeling uit. Ze leren je kennen. Dat gaat geleidelijk. Veel ouderen zijn lid van een vereniging, maar het zijn degenen die erbuiten staan, die we moeten opvangen.”

“Het is inderdaad een manier om mensen te detecteren die wij maar moeilijk op het spoor komen,” zegt Linde Vande Woestyne van SAAMO West-Vlaanderen, partner van het project. “In kleine dorpen, waar bakkers en slagers zijn verdwenen, zijn die kleine manieren om elkaar te ontmoeten weggevallen. We moeten die ontmoeting organiseren, via laagdrempelige ontmoetingsplekken, via kleine acties zoals zitbanken in een buurt, of via de zorgzame buren.”

Iedereen kan iets betekenen
De zorgzame buren pikken naast individuele noden soms ook signalen op van overlast in de buurt of wrijvingen. “Waardevolle informatie waar via de juiste kanalen iets mee kan gedaan worden,” zegt Vande Woestyne. Een zorgzame buur kan overigens ook iemand zijn die zelf zorg nodig heeft. “Mensen die zelf in een kwetsbare positie zitten, bijvoorbeeld omdat ze langdurig ziek zijn, kunnen ook iets doen. Zij kunnen bijvoorbeeld een babbeltje doen met mensen die wat gezelschap kunnen gebruiken en zo ook iets betekenen voor hun buurt.”

Tijdens corona konden de zorgzame buren ook de vinger aan de pols houden en een link zijn tussen buurten en gemeente, op een moment dat alle andere mogelijkheden tot ontmoeting wegvielen en de afstand tussen iedereen groot was. “Zorgzame buren kunnen iets betekenen voor het kleine helpen,” besluit Vande Woestyne. “Voor grotere problemen heb je professionals nodig. Het ene kan het andere niet vervangen.”

De zorgzame buren zijn maar één actie voor Zorgzame Buurten van Moorslede, samen met Deerlijk en SAAMO West-Vlaanderen, en met Hamont-Achel, Pelt en SAAMO Limburg in die provincie. Dit past in het pilootproject ‘Minder mazen, meer net’, Als pilootgemeenten werden ze ondersteund door drie filantropische partners, Fonds Dr. Daniël De Coninck, CERA en Porticus om zoveel mogelijk te experimenteren. Praktijkgerichte tools zijn ondertussen gebundeld in de e-publicatie ‘Minder mazen, meer net: aan de slag met zorgzame buurten’.

Lees de publicatie hier: https://www.saamo.be/model/zorgzame-buurten/

Terug naar overzicht