Gezinszorg: bekend is bemind

Terug naar overzicht

Wie geen kennis heeft gemaakt met gezinszorg, kiest er zelden voor, zegt Lesley Vincent van VIVO, het Vlaams Instituut voor opleiding en vorming in de social profit. VIVO wil samen met partners Zorggezind en Diverscity leerlingen verzorging en zorgkundige en thuis- en bejaardenzorg een realistisch beeld geven van gezinszorg en ze vlot aan een stageplek helpen. In de hoop dat ze op een bepaald moment in hun loopbaan de switch naar thuiszorg maken.

Gezinszorg is geen evidente sector voor een tiener die net van school komt. Terwijl je er in een woonzorgcentrum snel een collega bij kan halen wanneer je het even niet weet, moet je het bij een cliënt thuis in je eentje oplossen. Veel medewerkers van de gezinszorg stromen daarom pas na een aantal jaren in, vaak wanneer de meer gezinsvriendelijke uren van de thuiszorg aanlokkelijker worden dan het avond- en weekendwerk in een residentiële voorziening.

Áls ze denken aan de gezinszorg als mogelijke werkgever. “De gezinszorg heeft veel voordelen,” zegt Lesley Vincent van VIVO. “Maar zolang je er niet mee in aanraking komt, ga je er ook niet voor kiezen.” Nochtans beseffen de diensten voor gezinszorg in Vlaanderen maar al te goed dat er de komende jaren veel vers bloed nodig is. Oudere medewerkers stromen uit, en de instroom is niet wat hij zou moeten zijn.

Centraal aanvraagsysteem
VIVO diende daarom samen met partners Zorggezind, de koepel van de openbare en private diensten voor gezinszorg, en Diverscity bij het Fonds Dr. Daniël De Coninck het project ‘Betere doorstroom na betere stages’ in. De projectnaam maakt meteen duidelijk welke de inzet is en welke oplossingen worden voorgesteld. Als alles begint met een goede kennismaking, dan komen de stages als eerste in het vizier. “We willen dat alle leerlingen van het zevende jaar thuis- en bejaardenzorg, en de leerlingen verzorging en zorgkundige die via duaal leren in opleiding zijn, een stage- of een werkplek hebben,” zegt Vincent.

Het middel daarvoor is een centraal aanvraagsysteem dat vanaf september 2021 volledig geautomatiseerd wordt. Alle diensten voor gezinszorg in Vlaanderen laten via dat systeem weten hoeveel stage- en werkplekken ze hebben en scholen geven in hoeveel leerlingen een plek nodig hebben. Het digitale centrale aanvraagsysteem matcht dienst en leerling. “Dit project is begonnen in Limburg maar we willen het nu uitbreiden naar de rest van Vlaanderen en verduurzamen.” De koepel van de gezinszorg Zorggezind en Diverscity sporen diensten voor gezinszorg aan om deel te nemen.

Betere match
“Stageplaatsen vinden voor leerlingen in de gezinszorg is niet evident, omdat je je moet verplaatsen van gezin naar gezin en de leerlingen niet altijd even mobiel zijn. Niet alle diensten staan te springen om stagiairs aan boord te nemen omdat dit voor de medewerkers belastend is. Zeker bij duaal leren dragen nogal wat leerlingen een rugzakje, ze hebben veel sturing nodig. Bovendien zijn er alleen al in het zevende jaar 1.600 stagiairs.” Tel daar de cursisten van het volwassenenonderwijs en die van de eigen opleidingscentra van de diensten voor gezinszorg bij en je hebt véél stageplekken nodig.

De aanmelding voor een stageplek voor het secundair onderwijs gebeurt in september, zodat tegen oktober duidelijk is waar de knelpunten zitten. “De regionale contactpersonen geven scholen ook algemene tips mee voor hoe ze hun kansen kunnen verhogen: persoonlijk contact met de diensten in de regio, meerdere periodes kiezen om diensten opties te geven, duidelijke afspraken over de evaluatie.” Ze stimuleren ook de netwerkvorming tussen scholen en diensten gezinszorg. “Hoe beter ze elkaar kennen hoe beter de matching verloopt en de dienst past bij de leerling. Over sommige scholen zijn er vooroordelen die op die manier ook doorgeprikt kunnen worden.”

Niet alleen de regionale contactpersonen hebben een overzicht van plaatsen en leerlingen, VIVO, Diverscity en Zorggezind zullen dit ook op Vlaams niveau opvolgen. “We zullen weten hoeveel leerlingen zich aanmelden voor een stage en een werkplek, hoeveel leerlingen een stage vinden of op sollicitatie mogen gaan, hoeveel er ook effectief een contract tekenen.” Met die gegevens kunnen ze bijsturen en diensten die naar verhouding te weinig leerlingen opnemen vragen om hun duit in het zakje te doen. En ook op Vlaams niveau komt er een uitwisseling tussen de regionale contactpersonen, “om elkaar te inspireren en te vermijden dat we overal het warm water uitvinden”.

Realistisch beeld
Hoe jonger leerlingen kennismaken met gezinszorg, hoe beter. Het project stopt dus niet bij de zevendejaars. Voor de vierdejaars wordt onderzocht of het zinvol is om voor hen al promomateriaal te ontwikkelen. En regionale partners werken ook, met de begeleiding van VIVO, aan plannen voor de zesdejaars. “Zij mogen ook al stage doen maar we geven voorrang aan de zevendejaars. Om zesdejaars toch te laten kennismaken met de gezinszorg organiseren diensten voor gezinszorg in de provincies workshops van een halve of een hele dag. Bijvoorbeeld: hoe ziet het cliënteel eruit, wat is een teamvergadering, wat is cultuursensitieve zorg?” In Antwerpen is er een simulatielab, waar een thuissituatie wordt nagebootst en leerlingen kennismaken met de taken.

Want het is belangrijk, zegt Lesley Vincent, dat leerlingen een realistisch beeld hebben van wat gezinszorg inhoudt. Zelfs leraars hebben niet altijd een precies idee van deze sector. Koken en ‘kuisen’, dat is het zowat, en daarmee zadelen ze leerlingen met een joekel van een vooroordeel op. VIVO werkt daarom samen met het onderwijs, met de diensten gezinszorg en met Zorggezind en Diverscity een digitaal pakket uit dat leerlingen beter moet voorbereiden op hun stageplaats of werkplek.

Verwachtingen van leerlingen bevragen
“Met dat pakket willen we vooral sleutelen aan de beeldvorming. Wat mag je verwachten, welke taken moet je doen, wie zijn je cliënten, met daarnaast nog wat informatie over de organisatie waar ze stagelopen en praktische informatie over de stagementor. We willen vermijden dat leerlingen met verkeerde verwachtingen naar een gezin trekken en nadien vaststellen dat ze alleen onderhoudstaken gedaan hebben. Die zitten nu eenmaal mee in het takenpakket.”

Zowel de leerlingen als de scholen en de diensten voor gezinszorg zijn betrokken bij de ontwikkeling van dit pakket dat tegen begin 2022 moet klaar zijn. “We gaan nu in de eerste plaats navragen bij de leerlingen of ze weten wat gezinszorg inhoudt, welke taken er zijn, welke verwachtingen ze hebben voor hun stage en dan opnieuw na hun stage. Als blijkt uit de bevraging dat ze vinden dat thuiszorg alleen koken en kuisen is, moeten de diensten voor gezinszorg misschien hun stages ook anders invullen en een breder beeld van het beroep geven.”

Denken op de lange termijn
Wanneer is dit project voor VIVO geslaagd? “Als elke leerling van het zevende jaar stage kan doen, elke leerling duaal leren een werkplek heeft en als elke leerling het digitaal pakket doorlopen heeft. We verwachten niet dat dit op de korte termijn zal leiden tot een massale instroom van medewerkers. Vaak doen jongeren eerst ervaring op in een residentiële setting en stappen dan over naar de thuiszorg wanneer ze met een gezin beginnen.”

Als thuiszorgdiensten niet meteen jongeren kunnen binnenhalen, wat hebben ze dan aan stagiairs? “Deze diensten weten dat het dringend is door het verouderende personeel en de lage instroom. Ze weten dat ze de voordelen van de thuiszorg meer in de verf moeten zetten. Ze beseffen allemaal dat ze op de lange termijn moeten kijken.”

Niet langer over en weer mailen met twintig diensten

— Debby Fierens, stagecoördinator 7de jaar Thuis- en bejaardenzorg, Sint-Carolus, Sint-Niklaas

“Sint-Carolus is een zeer grote school, we hebben de meeste leerlingen van alle scholen in het zevende jaar. Voor we dit centrale aanmeldsysteem gebruikten, begon ik vaak al eind juni contacten te leggen en te zoeken naar stageplaatsen. Dit systeem is veel makkelijker: ik geef alles eind augustus in en er is één dienst die alles coördineert. Ik hoef niet langer over en weer te mailen met twintig verschillende diensten.

Leerlingen hebben meer stress voor deze stageplek dan voor andere. En na hun opleiding kiest maar een kleine minderheid ervoor om direct in de thuiszorg te gaan werken. Thuiszorg vraagt toch wel wat maturiteit, dat zelfstandig werken is niet voor elke leerling weggelegd. Velen hebben de ondersteuning van een team nodig om zich te vervolmaken. Vaak stappen ze toch over naar de thuiszorg wanneer ze een gezin beginnen.

Ik heb als stagecoördinator een goede band opgebouwd met de diensten. Ik doe al heel lang de coördinatie en de diensten kennen me. Ze weten dat het goed geregeld wordt bij ons. En wij luisteren naar de behoeften van de thuiszorgdiensten. Wij staan open voor hun opmerkingen en wij zoeken hoe het anders kan. En als we het niet kunnen veranderen, leggen we altijd waarom uit.”

© VIVO – Sigrid Spinnox 2011

Terug naar overzicht