Of hoe je van noden een deugd maakt

Terug naar overzicht

In Merchtem wordt er volop gebouwd aan een nieuw eerstelijnscentrum. Dat komt er niet zomaar: eerst is er ‘gebouwd’ aan het denkwerk: wat is onze missie en visie, waar willen we naartoe, hoe kunnen we dat doel het beste bereiken?  

We spraken met een van de drijvende krachten van het kernteam: dokter Julie Yap. Zij ‘kocht’ dankzij de steun van het Fonds Dr. Daniël De Coninck tijd om het project mee uit te bouwen. Inspiratie vindt ze bij best practices in binnen- en ook buitenland.  

Dr. Yap: ‘Er kwamen een aantal dingen samen. We zien al veel langer dat de werkdruk bij huisartsen toeneemt, dat er een tekort dreigt en ook dat de zorg complexer wordt. Er zijn dus noden waar de eerste lijn creatief kan en moet op inspelen. Vanuit die bekommernis is dit project ontstaan. Het triagecentrum tijdens de coronacrisis was in dat kader een soort van vliegwiel: eerstelijnswerkers zagen noodgedwongen in wat samenwerking kan betekenen. Daar zijn ook banden gesmeed met het lokaal bestuur van Merchtem, waar we in het kader van ons project mee in overleg zijn. Ook daar ziet men in dat er iets moet gebeuren. En dat het kan. Er zijn al voorbeelden van. Ook in het buitenland, waar men vaak met veel schaarsere middelen wel creatief móet denken. Waarom zou het dan hier niet kunnen, met veel meer middelen?’ 

Laaghangend fruit
‘Als ik onze visie in één regel samenvat, dan is het dat gezondheidszorg een bouwsteen moet worden van een samenleving, geen kostenpost, zoals het nu te vaak wordt bekeken. En die zorg moet kwalitatief, toegankelijk en duurzaam zijn. We moeten anders gaan werken en bijvoorbeeld de eerste lijn veel breder zien én ook meer coherent structureren. Je moet daarbij bedenken dat die eerste lijn 90% van de gezondheidsproblematieken van mensen kan behandelen. Ik denk dan niet alleen aan huisartsen die bijvoorbeeld na een ziekenhuisopname voor de nazorg kunnen instaan, wat voor veel mensen financieel noodzakelijk is. Ik denk ook aan vroedvrouwen die veel kunnen wat nu door gynaecologen wordt gedaan. Of neem diabetes, waar de eerste lijn veel voor kan doen als je er diabetes educatoren en diëtisten bij betrekt. Als je dat kunt waarmaken, dan kun je je middelen gerichter en efficiënter besteden, ook in je opleidingen. En dan ga je veel meer preventief kunnen werken. Ook dat is ons grote streefdoel. Preventie moet van de samenleving als geheel dé ambitie zijn.’ 

‘Nu, hoe pak je dat aan? Wij zijn op zoek gegaan naar laaghangend fruit, zoals dat heet, en we hebben de lokale samenwerking versterkt dankzij inspiratie uit het bedrijfsleven, waar afdelingen ook vlot met elkaar moeten kunnen samenwerken. Daar is al langer een communicatietool in gebruik, Slack heet die, waardoor je bijzonder vlot met elkaar kunt communiceren. Dat doen wij nu met alle eerstelijnswerkers die dat willen. De eerste resultaten zijn erg positief. Huisartsen doen mee, maar ook apothekers, psychologen, thuisverplegers enzovoort. ’ 

Coöperatief
‘Ons eerstelijnscentrum krijgt dus straks een eigen plek, ergens midden 2023. Het mooie is dat we onze visie kunnen waarmaken in de architectuur van het nieuwe gebouw, bijvoorbeeld als het over toegankelijkheid gaat. Bij het interdisciplinaire team dat we gaan samenstellen, op basis van de prioritaire zorgnoden, is voor mij het belangrijkste dat de betrokken mensen zich volop engageren en achter onze visie staan. Alleen dan kan de cocktail werken.’ 

‘Als organisatie- en ook financieel model kozen we na een lang vooronderzoek voor een coöperatieve vennootschap, hoewel daar eerst veel tegenkanting tegen was. De inspiratie kwam van Wooncoop. De vraag was: welk duurzaam financieel model past bij onze visie? Wel, met zo’n coöperatief model kun je de leefbaarheid en de winstgevendheid van een groepsproject als dat van ons verzoenen met het hogere maatschappelijke doel dat je nastreeft. Je pompt eigenlijk geld in een doel dat duurzaam wil zijn, je hoeft niet langer altijd maar te bedelen als eerste lijn en je kunt je samenwerking financieren. Want dat kost ook tijd en geld. Het is een soort van huwelijk tussen immobiliën, met ons nieuwe pand, en de medische sector. Dat zijn nu net twee sectoren met nogal stabiele inkomsten. We zijn zelf op die keuze uitgekomen, maar het toeval wil dat HAK Zennevallei al zowat tien jaar exact met dat model werkt. En dat het daar goed werkt! Dat was voor ons al een hele geruststelling. Op termijn zullen burgers en ook andere actoren hun steentje kunnen bijdragen, da’s nog een voordeel van het model.’ 

 Balans
Dokter Yap eindigt met een persoonlijke noot: ‘Dit is een hoopgevend project voor heel Merchtem. We zijn trouwens ook geselecteerd door de Vlaamse overheid om dit verder uit te bouwen, samen met nog vijf projecten. Het is volgens mij de enige manier om nieuwe huisartsen aan trekken, dankzij de work-livebalans die je kunt aanbieden door je omkadering. We hebben geen keuze. Zonder dit project was ikzelf waarschijnlijk ook al gestopt als huisarts. En ik ben geen uitzondering.’ 

Terug naar overzicht