Pain@Home: digitale pijnbestrijder begeleidt thuis na ingreep
Chronische pijn na een ingreep kan het patiënten fors lastig maken. Professor Guy Hans, medisch directeur van UZA, ontwikkelde Pain@Home om te voorkomen dat het zover komt. Via dit digitale platform worden risicopatiënten voor en na hun operatie begeleid, in samenwerking met de eerste lijn, zodat ze de draad van hun leven snel kunnen oppikken.
Chronische pijn betekent dat een patiënt drie maanden na een ingreep nog steeds last heeft, in die mate dat leven zoals voorheen niet mogelijk is. “Chronische pijn heeft een effect op de nachtrust, op het activiteitsniveau, op het familiale en sociale leven, op je werk. Het kan leiden tot sociaal isolement”, zegt Guy Hans, tevens professor in de Algologie (pijnbestrijding) in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.
Hans zette een traject op om mensen met een hoger risico op de ontwikkeling van chronische-pijnklachten op te sporen. Ingrepen aan de borstkas en de ribben, bijvoorbeeld, geven meer kans op chronische pijn, net als liesbreuken of rugoperaties. “Ook mensen met een neiging tot catastroferend denken en met angsten zijn vatbaarder.”
“Pijnklachten ontsporen als niet tijdig wordt ingegrepen”, zegt Hans. Maar patiënten zien hun chirurg meestal pas vier tot acht weken na de operatie terug voor een controle-afspraak. Ondertussen moeten ze zich thuis zien te behelpen en met hun huisarts en thuisverpleegkundige manieren zoeken om de pijn onder controle te houden.
Hans ontwikkelde daarom met zijn team Pain@Home, een digitaal platform dat ook als app op de smartphone kan. Via de app wordt de patiënt dagelijks opgevolgd. Het zorgteam in het ziekenhuis kan dan indien nodig, in overleg met de huisarts en de thuisverpleegkundige, snel ingrijpen en bijsturen. Voor dit platform kreeg Hans steun in het kader van de oproep ‘Caring Technology’.
Pijnbestrijding op maat
Het individuele digitale zorgpad, via Pain@Home, begint al van bij de diagnose. De behandelende (huis)arts meldt de patiënt aan bij het platform. Die geeft zelf via de app een beeld van zijn gezondheidstoestand en mentale welbevinden. Op basis daarvan bepaalt het zorgteam in het ziekenhuis, samen met de huisarts, de zorgbehoeften van de patiënt.
Tijdens de ziekenhuisopname, na de ingreep, wordt alle informatie over pijnbestrijding aangevuld in de app. En zodra de patiënt weer thuis is, stuurt hij elke dag, via de app, gegevens door. Hoe hevig is de pijn op een bepaalde schaal? Wat kan hij wel en niet doen? Hoe voelt hij zich? Welke medicatie neemt hij, en hoeveel?
“Elk digitaal zorgpad is er één op maat”, zegt Hans. Er zijn vragenlijsten over het pijnniveau en het medicatiegebruik. Patiënten houden een dagboek bij. Via een activity tracker kunnen ze een activiteitsprofiel opstellen of de slaap monitoren. De app geeft ook oefeningen, opdrachten en informatie over voeding of slapen. Zo kan educatie over pijn bij patiënten die kampen met angst een hulp zijn.
Geen black box
In het ziekenhuis monitort een zorgteam met de behandelende arts en verpleegkundigen 7/7 de input van de patiënten. Ze geven feedback en sturen de pijnbehandeling snel bij waar nodig, steeds in overleg met de huisarts en de thuisverpleegkundige. “De app is dus geen black box. We gebruiken hem om in interactie te gaan, om de patiënt te motiveren en te steunen.”
Pain@Home ís arbeidsintensief. Naast het zorgteam zijn er in het ziekenhuis nog twee teams bij betrokken: het IT-team voor de technische ondersteuning, en een logistiek team. Maar het is nodig, zegt Hans. “Je kan mensen niet vragen om al die dingen in te vullen en er dan vervolgens niets mee doen. Dan haken ze af. Het is echt nodig dat er iemand naar kijkt.”
Eerste lijn ondersteunt
De inspanningen lonen. In eerste instantie voor de patiënt, die gerustgesteld is omdat zijn pijn van nabij wordt opgevolgd, en die weet dat de kans dat zijn pijn chronisch wordt, verkleint. Hij kan zo zijn medicatiegebruik beperken en sneller revalideren. “We zetten van bij het begin ook in op re-integratie naar werk, eventueel met aangepast of deeltijds werk of vrijwilligerswerk.”
De digitale geletterdheid van patiënten blijft wel een heikel punt, “al heeft de coronacrisis daar wel voor een inhaalbeweging gezorgd”, geeft Hans toe. De helpdesk probeert de drempel zo laag mogelijk te houden en de thuisverpleegkundigen kunnen patiënten helpen met de installatie en het gebruik van de app.
Voor (huis)artsen verlopen opvolgingsraadplegingen vlotter omdat ze op voorhand al veel informatie van de patiënt ontvangen hebben, die ze kunnen aanvullen met objectievere gegevens van de activity tracker of over medicatiegebruik. “Op basis van al deze informatie kunnen ze de toestand bespreken met de patiënt wanneer die voor hen zit.”
Leren uit pijnopvolging
Door continu te meten en op te volgen wordt het ook mogelijk om eventuele gaten in zorgprotocollen sneller op het spoor te komen. “Als we telkens weer zien dat er de vijfde of de zesde dag na thuiskomst iets specifieks gebeurt, kunnen we uitzoeken wat er foutloopt en aanpassen. De app bevordert dus ook een lerend gezondheidssysteem.”
Hans hoopt dat op termijn Pain@Home ingang vindt in alle ziekenhuizen en bij alle zorgverleners. De financiering moet wel nog worden afgestemd op deze holistische en multidsciplinaire aanpak. “Met deze app kunnen we de hospitalisatieduur beperken, het medicatieverbruik doen dalen, de revalidatie efficiënter maken en de re-integratie versnellen. Maar omdat dit verschillende hokjes zijn, ziet de overheid niet wat het opbrengt. Ook op dat vlak helpt het om transversaal, over de muurtjes heen, te kijken.”
Contact: Guy Hans
© Frank Toussaint