Zorgambassadeurs in Kuregem: een estafette van vertrouwen

Terug naar overzicht

Een op de twee 65-plussers in Brussel heeft een migratieachtergrond. Zoals ook nu blijkt tijdens de COVID-vaccinatiecampage gaapt een kloof tussen professionele zorgverleners en deze Brusselaars. Sociaal labo EVA bxl kreeg steun van het Fonds Dr. Daniël De Coninck om in de Anderlechtse wijk Kuregem de brug te slaan met zorgambassadeurs die deze diversiteit weerspiegelen en begrijpen.

Corona. Als dat virus er niet geweest was, had het buurtnetwerk dat EVA bxl en haar partners in Kuregem wilde uitbouwen, al een eind verder gestaan. Maar elke crisis biedt ook kansen. De Covid-19-crisis heeft in Brussel de noodzaak van buurtgerichte zorg blootgelegd. De Brusselse regering steunt nu een pilootproject waarbij in negen Brusselse wijken een buurtnetwerk wordt uitgebouwd.

“Kuregem hoort daar gelukkig bij,” zegt Veerle Van Kets van EVA bxl. “Het zou jammer zijn als de inspanningen van onze zorgambassadeurs en zorgprofessionals, in een moeilijk jaar, verloren gaan.” Die zorgambassadeurs, die vaak zelf een migratieachtergrond hebben en idealiter uit de wijk komen, vormen een duo met een zorgprofessional. Samen trekken ze de buurt in op zoek naar geïsoleerde ouderen.

“Ouderen dreigen sowieso te vervreemden van de vooruithollende maatschappij. Wanneer ze dan de taal niet of niet goed spreken en in een grootstad leven, wordt dat nog versterkt. Als je in je eigen wijk meer contacten hebt en minder geïsoleerd bent, kan je opnieuw volwaardig leven, met de juiste zorg, die niet alleen technisch wordt ingevuld.”

“In Brussel functioneren de mantelzorgers van deze ouderen vaak los van het zorgaanbod. Omgekeerd is er in dat klassieke aanbod te weinig personeel dat de brug kan maken naar geïsoleerde ouderen.” De duo’s van zorgambassadeurs en zorgprofessionals gingen in het project van EVA bxl op zoek naar ouderen die zorgverleners niet bereiken, om hen opnieuw in verbinding te brengen met de buurt.

Op deze manier leerden zorgprofessionals de wijk waar ze al actief waren, anders kennen. “Ze leerden hoe behoeften zich tonen, welke sociale organisaties er zijn die als partner kunnen dienen, ze merkten plots dat er bijvoorbeeld geen banken in de wijk staan waar ouderen onderweg even kunnen rusten.” De duo’s gebruikten evenementen zoals een soepbedeling of een koffiemoment om buurtbewoners te ontmoeten en via hen signalen op te vangen over geïsoleerde ouderen in de wijk.

“Zo was er tijdens een van die soepbedelingen een buurtbewoner die Nadia, verpleegkundige in het wijkgezondheidscentrum MediKuregem, vertelde over een vrouw in de wijk die volgens haar hulp nodig had. Nadia is bij die vrouw aan de deur gaan kloppen, en is blijven kloppen tot ze haar vertrouwen won en de vrouw eindelijk wilde opendoen. Ze bleek inderdaad hulp nodig te hebben.”

Vertrouwen is het sleutelwoord om de band met de buurt te herstellen en de oudere toe te leiden naar zorg- en hulpverlening. “Wij zien het als een estafette van vertrouwen,” zegt Van Kets. Vertrouwen dat als een stok wordt doorgegeven, van de zorgambassadeur, die sneller het vertrouwen van de oudere wint, naar de zorgprofessional en vandaar naar de volgende hulpverlener. “Dan gebeurt er iets moois. Op die manier kan ook meer vanuit de vraag van de oudere gewerkt worden.”

Deze outreachende manier van werken is niet evident. Het project voorzag daarom in opleiding: de zorgambassadeurs konden een traject volgen van cultuursensitieve zorgambassadeur via de VDAB, zodat ze ook de bestaande zorg beter leerden kennen en de brug konden slaan, en voor zorgprofessionals waren er opleidingen outreachend werken en cultuursensitieve zorg.

Dit laatste blijkt in Brussel, waar veel zorgprofessionals zelf een migratieachtergrond hebben, minder dringend. “Zij moeten zich natuurlijk bewust zijn van het belang van identiteit, van durven door te vragen wanneer sommige dingen cultureel gevoelig liggen.” Maar voor deze groep bleek vooral het aanleren van outreachende vaardigheden belangrijk te zijn.

Het project stootte op een hele reeks hindernissen: een lokaal dienstencentrum in volle verbouwing dat de rol van broodnodige lokale partner voor EVA bxl daardoor niet goed kon opnemen, het opleidingstraject voor de zorgambassadeurs dat interessant was maar dat mensen van buiten de wijk aantrok die geen vertrouwensband met de buurt hadden, de financiering van organisaties als Familiehulp die outreachend of vraaggericht werk niet vergoedt, en natuurlijk corona.

“Er moeten heel veel elementen juist zitten voor de mayonaise pakt,” besluit Van Kets. “Waar begint het stokje van de estafette? Hoe bouw je vertrouwen op? Je merkt dat er ook fundamentele veranderingen moeten komen in organisaties om duurzame resultaten te halen.” EVA bxl werkt nu aan een interactieve website waar ze de methode toelicht zodat andere Brusselse wijken het warm water niet hoeven uit te vinden.

©Layla Aerts

Terug naar overzicht